Geplaatst op

Verslag conferentie Pedagogie in crisissituaties

Zaterdag 19 oktober. Vrije School Den Haag Abbenbroekweg.  Zachte lavendelgeur in het handvaardigheidslokaal. Met wattenpadjes, krijtjes en geurende lavendelolie werken vrijeschoolcollega’s geconcentreerd aan een groepsschildering. Buiten staan leraren in een kring en werpen stokken ritmisch naar elkaar toe. Het zijn enkele voorbeelden van de concrete oefeningen tijdens de conferentie “Notfallpädagogik”. Deze oefeningen en pedagogie voor kinderen in crisissituaties moet je vooral dóén.


Een prachtig en vol programma met lezingen en vooral veel oefeningen. Samen met enkele medewerkers waren Bernd Ruf en Barbara Schiller op uitnodiging van het IHF, BVS-schooladvies en de International Waldorf School naar Den Haag gekomen. Sinds bijna twintig jaar werken zij met kinderen in crisissituaties. Vertrekkend vanuit de vrijeschoolpedagogie hebben zij vanuit hun eigen organisaties veel oefeningen ontwikkeld en wereldwijd mensen opgeleid in deze bijzondere vorm van Waldorfpedagogie.


Als inleiding op de dag ging Bernd Ruf in op het fenomeen trauma en hoe zich dat kan ontwikkelen. Een trauma heeft te maken met een verwonding op zielengebied. Net zoals een fysieke wond kan helen, gebeurt dat op psychisch gebied met de meeste kleine verwondingen die onze ziel op kan lopen. Dankzij ons zelfgenezend vermogen kunnen wij veel verwerken in ons leven. Wanneer echter in een open wond vreemde elementen het lichaam binnendringen, dan kan dat tot een ontstekingen en ook tot ziektes leiden. Dit proces kun je vergelijken met het ontstaan van een trauma: als door inwerking van vreemde elementen een zielen-wond geïnfecteerd wordt, dan kan dat ook tot ziekteprocessen leiden. Zo’n ziekte van de ziel kun je trauma noemen. 

 

Barbara Schiller gaf in haar lezingen concrete voorbeelden van pedagogische oefeningen en hoe die in een traumatiserend (ziekmakend) proces heilzaam kunnen werken. Bij de “Notfallpädagogik” zoals die in het Duits genoemd wordt, gaat het om eerstehulp in situaties waarin trauma’s kunnen ontstaan. Met deze pedagogische eerstehulp kun je de zelfhelende krachten van de kinderen activeren. Het gaat er vooral om dat ze het zelf voor elkaar krijgen. De pedagoog die de hulp biedt, creëert de mogelijkheden daarvoor door kunstzinnig werk, spelvormen, activeren van de zintuigen, etc. 


Tijdens de conferentie vertelden beide sprekers over diverse situaties in crisisgebieden in het buitenland, waar zij de afgelopen jaren met hun teams ingezet zijn: er kwamen schrijnende beelden langs van noodsituaties in Libanon, Gaza, de aardbeving in Turkije, China, de Filippijnen. stART International van Barbara Schiller en het Parzivalzentrum van Bernd Ruf zijn in de laatste twee decennia op verschillende plaatsen van de wereld voor een actie van enkele weken actief geweest om kinderen in noodsituaties met hun pedagogische aanpak te helpen. 


Doordat er ook oefeningen gedaan werden, was voor de deelnemers aan de conferentie goed te ervaren dat je met eenvoudige oefeningen veel kunt bereiken. Er werd gezongen, geklapt, gelachen; allerlei ritmische oefeningen passeerden de revue. De voorbeelden die Bernd en Barbara gaven, waren herkenbaar en eenvoudig. Zij inspireerden veel aanwezigen om het in hun eigen lespraktijk toe te passen en goed te leren waarnemen.


Hoe nu verder?

Aan het einde van de dag werd een oproep gedaan aan de aanwezigen om mee te werken aan een pedagogische-noodhulp-groep in Nederland. Want ook in ons land zijn er crisissituaties voor kinderen. Denk aan kinderen van vluchtelingen, uit achterstandswijken. Maar ook in de “gewone” vrijescholen zijn er kinderen die beschadigingen hebben opgelopen. Een twaalftal collega’s reageerde op de oproep om in Nederland een groep rondom eerstehulp-pedagogie te formeren.    

 

Het Internationaal Hulpfonds voor vrijescholen steunt in verschillende landen initiatieven van noodhulp-pedagogie. Vluchtelingenkamp Kakuma in Kenia bijvoorbeeld, maar ook Mundo Feliz in Santiago de Chile of scholen in Zuid-Afrika : de nood is heel hoog en de middelen schaars (zowel materieel als financieel. Helpt u ook mee? Dan kunt u doneren op NL 03 TRIO 0212195050 t.n.v. Stichting Internationaal Hulpfonds. Wilt u meer informatie over stART International – gebruik dan deze link (57) stART international – YouTube. Meer informatie over Notfallpädagogik ohne Grenzen vindt u hier : nfp-og.org


Francis van Maris

Geplaatst op

Klanttevredenheidsonderzoek 2024

Voorjaar 2024 hebben we ons jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek uitgezet bij bestuurders, schoolleiders, leerkrachten, etc. op 160 scholen. In totaal hebben 71 respondenten (54 leerkrachten en 17 bestuurders/schoolleiders) de vragenlijst ingevuld; dit is gelijk aan de meeste jaren. Het rapportcijfer van onze gehele dienstverlening is afgerond een 8. Dat is een mooi resultaat. Uiteraard streven we naar continue verbetering en wensen de volgende keer met jullie verbetersuggesties uit te komen op een hogere tevredenheid. De uitkomsten bespreken we met de medewerkers. We verwerken enkele verbetersuggesties in ons beleid en werkprocessen. Het Klanttevredenheidsonderzoek is een moment van reflectie, maar wij ontvangen graag het hele jaar feedback en suggesties.

 

Uitkomsten

Waarin blinken we o.a. uit?

    • Kwaliteit van adviseurs is beter op orde, ondanks vertrek van meerdere adviseurs: slimme, kundige adviseurs, denken goed mee, toegankelijk, betrouwbaar, met actuele expertise

    • Professioneel advies over leerlingen met kennis van zaken. Ondersteuning van zorgstructuur en passende adviezen

    • Goede communicatie met kantoor en adviseurs

    • Het cyclische wijze van werken waardoor scholen duurzaam werken aan onderwijskwaliteit verbetert gestaag.

 

Wat kan beter?

    • De vraag achter de vraag stellen om een zorgvuldig proces te bewerkstelligen.

    • Duurzame ontwikkeling (gezamenlijk opgedane expertise borgen, samen met de opdrachtgever werken aan onderwijsverbetering en professionalisering van leraren, actuele wetenschappelijke kennis in combinatie met de principes van de vrijeschoolpedagogie) bij leerkrachten meer bewust maken (scoren nu veel n.v.t.), meerdere leerkrachten geven aan dit niet te ervaren/weten.

    • Bij individuele begeleiding context weten waarin het plaatsvindt: passend in cultuur en ontwikkelingsfase van het team

    • De borging van de kwaliteit van adviseurs (nieuwe opleiden tot senioren)

    • Ontevredenheid over Volglijn

    • Onoverzichtelijke website

    • Prijzen trainingen op school moeilijk vindbaar.

Geplaatst op

Waldorfscholen in Ecuador

In Latijns-Amerika groeit de vrijeschoolbeweging gestaag. Sommige landen zoals Brazilië en Argentinië hebben een lange Waldorf-traditie. In andere landen zoals Guatemala of Ecuador ontwikkelt zich dat weerbarstiger.

 

In de hoofdstad Quito staat een gebouw met op het bord “Colegio Rudolf Steiner”, een school die al in 1979 werd opgericht. In de jaren ’80 van de vorige eeuw probeerde men met enkele aspecten uit de Waldorfpedagogie (zoals bijvoorbeeld de leeftijd waarop vreemde talen aangelegd worden) een volledig leertraject op te zetten. Tegenwoordig heeft deze school weinig meer met de vrijeschool te maken. De naam Rudolf Steiner bleef echter op het bord staan, omdat dat een internationale uitstraling heeft.

 

Leerkrachten die in dit Colegio actief zijn geweest, initieerden op verschillende plaatsen nieuwe schoolinitiatieven, die wel Waldorf-onderwijs wilden bieden. Een uurtje rijden van de hoofdstad, in Conocoto begon een initiatiefgroep met de Comunidad Educativa Nina Pacha. Onder de bezielende impuls van Moíses Arcos en zijn vrouw Irene rond 2010 groeide deze school jaar na jaar. Momenteel biedt Nina Pacha onderwijs aan vanaf de kleuterleeftijd tot en met klas 12. De leerlingen worden hier ook op het eindexamen voorbereid.

 

Vanuit de actieve Nina Pacha-kern zijn sinds 2020 ook nieuwe schoolinitiatieven begonnen: in Cotacachi, in Ibarra en Cuenca. De jonge leraren die hier aan de slag gaan, nemen deel aan een opleidingstraject in Conocoto.  Begin september hebben de ervaren en jonge collega’s elkaar voor het eerst in een landelijke “Encuentro” beter leren kennen door samen te werken aan Waldorf-onderwijs.

 

De Waldorf-impuls heeft in Ecuador wel een eigen kleur. Meer dan in onze Europese wereld staat de  “Comunidad”, de gemeenschapszin, centraal. Er wordt samengewerkt om een vorm te vinden voor “Waldorf andina”, vrijeschoolonderwijs voor het Andes-gebied. Zij zoeken naar de spirituele basis van hun eigen cultuur; en dat sluit heel goed aan bij de spirituele basis van de antroposofie : in de verhalen die verteld worden, in het vieren van de jaarfeesten zoeken ze naar de verbinding tussen de christelijke jaarfeesten en die van de indigene cultuur.

 

Fiesta de la Luz
In november wordt in de vrijescholen, net zoals in andere landen van Latijns-Amerika, Fiesta de la Luz (het feest van het licht) gevierd. Het feest gaat vooraf aan de adventsperiode, die ten tijde van de christianisering is ingevoerd. Dat doet voor ons wel vreemd aan in een land, waar jaar in jaar uit dag en nacht ongeveer even lang zijn en er geen sprake is van winter of zomer zoals wij die kennen. 

 

Kinderen en hun ouders vieren dit feest één avond op school. Bij dit feest komen elementen uit het Sint-Maartensfeest, Sinterklaas en de advent bij elkaar. De kinderen steken het licht in hun lantaren aan. Er wordt een pad gelopen door het donker, ieder kind met zijn eigen lichtje. En er komt nog iets bijzonders bij: het gaat ook om het schenken. De oudere kinderen en pubers geven een geschenk (een stuk speelgoed, een kledingstuk) weg aan een vreemde. Tijdens het feest belanden deze geschenken bij ander kinderen. Wat op het einde van het feest over is, wordt aan minderbedeelde kinderen of gezinnen geschonken.

 

Het past heel goed bij Waldorf andina, de Waldorfbeweging in de Andes. Eén van de basiselementen van Waldorf andina is namelijk de solidariteit die voortkomt uit de comunidad, de gemeenschapszin.

 

Toekomst

Er zijn ook donkere wolken boven de Waldorfbeweging ontstaan. Uit alle lagen van de bevolking komen kinderen hier naar Nina Pacha, maar steeds meer ouders kunnen het schoolgeld niet (meer) betalen. De openbare scholen geven onderwijs dat voornamelijk reproductief gericht is: wie genoeg uit het hoofd kan leren, haalt een diploma. Initiatieven zoals Nina Pacha worden niet gesubsidieerd. Zij draaien voornamelijk op ouderbijdragen, De onveilige situatie in het land, de groeiende werkloosheid en de politieke instabiliteit treffen deze prachtige gemeenschap stevig. Twintig gezinnen hebben zich hierdoor afgemeld. Vanuit het schoolgeld worden de maaltijden voor alle leerlingen en de salarissen van het personeel betaald. De fondsen lijken langzaam maar zeker op te drogen.

 

Francis van Maris

 

Vanuit het Internationaal Hulpfonds willen wij dit initiatief blijven steunen. Helpt u ook mee voor het schoolfonds Nina Pacha zodat meer kinderen zich van Waldorf Andina kunnen ontwikkelen? U kunt een donatie overmaken naar het Internationaal Hulpfonds, NL03TRIO0212195050. Vermeld “Ecuador” bij een donatie. (IHF heeft de ANBI-status; giften zijn ficaal aftrekbaar)

Geplaatst op

Een DJ-aap in Kabouterland

Dylan, een levendige jongen met een petje en een guitige grijns, komt in de vierde klas een onzichtbare grens tegen. Nieuw op school, heeft hij een tekendoos nodig. De dozen van zijn klasgenoten zijn prachtig versierd door hun ouders, en ook Dylans ouders hebben hun best gedaan: op zijn doos prijkt een hiphop-aap die aan het dj’en is. Dit beeld valt direct op tussen de pastelgekleurde landschapjes op de andere tekendozen. Het is duidelijk: zijn tekendoos past niet binnen de norm van de school.

 

Dylan komt immers uit een andere wereld. Thuis vind je geen zoutsteenlampen; daar voeren figuurlijk de ‘dj-apen’ de boventoon. Dit roept een vraag op: wijzen we met het afkeuren van zijn tekendoos niet ook de cultuur af waaruit deze voortkomt? En daarmee indirect ook Dylan en zijn ouders?

 

Het leidt tot een bredere vraag: hoe gaan we om met invloeden die niet binnen de cultuur van de vrijeschool passen? Hierbij gaat het natuurlijk niet alleen om esthetiek, maar om alle facetten van cultuur. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat niemand zich buitengesloten voelt, terwijl we tegelijkertijd trouw blijven aan de waarden waar de school voor staat?

Vrijescholen zijn trots op hun cultuur, en terecht. Het streven naar het mooie, het ware en het goede is een belangrijke pijler. Maar diezelfde cultuur, kan leiden tot afwijzing. Er heerst een onuitgesproken verwachting: dit past binnen onze wereld, dat niet. Ouders zoals die van Dylan voelen dat: er is weinig ruimte voor iets dat anders is. En dit kan veel gezinnen buiten de deur houden. Het is een ongemakkelijke kant van de discussie over inclusiviteit, want als vrijescholen werkelijk ‘voor iedereen’ willen zijn, zullen ze ook iets van hun eigen ideeën moeten opgeven.

 

Vaak kiezen scholen goedbedoeld voor snelle oplossingen om inclusiviteit te bevorderen, zoals het vieren van Eid (op een school zonder islamitische kinderen) of het aanbieden van verhalen uit andere delen van de wereld. Maar zolang de school voornamelijk een homogene groep bedient, blijven deze aanpassingen oppervlakkig. Voor wie zijn deze vieringen en verhalen eigenlijk bedoeld? Inclusiviteit betekent ook dat kinderen van verschillende achtergronden daadwerkelijk elkaar ontmoeten. Zolang de cultuur van de school onveranderd blijft, blijft het een gesloten gemeenschap voor een specifieke groep mensen die dezelfde waarden en esthetiek delen.

 

Misschien moeten we dat gewoon erkennen. Vrijescholen zijn plekken voor mensen die passen binnen een bepaald kader. Een school waar iedereen welkom is, maar alleen als je bereid bent je aan te passen aan de zorgvuldig gecreëerde sfeer van vilten kabouters en oogstfeesten. Misschien is dat prima, maar laten we daar dan eerlijk over zijn. Dat zou duidelijkheid bieden voor ouders zoals die van Dylan. Ze weten dan waar ze aan toe zijn, zonder zich ongemakkelijk te hoeven aanpassen aan een onuitgesproken norm.

En Dylan zelf? Wat als hij, trots als een pauw, met zijn DJ-aap op zijn tekendoos indruk op de andere jongetjes maakt? Kunnen we dan zeggen: “Jij bent hier welkom, met je tekendoos”? Of moeten we eerlijk zijn en zeggen: “Dit is wat wij belangrijk vinden, en daar hoort een hiphop-aap niet bij”? En misschien ontdekken we dan dat we er niet voor iedereen zijn – en dat dat ook een optie kan zijn.

 

Felix de Bont

Geplaatst op

Vrijescholen in Zuid-Afrika – Zenzeleni Waldorf School in Kaapstad

Hoewel de toeristische sector goed draait, heeft Zuid-Afrika een negatief imago gekregen de afgelopen jaren.  De geschiedenis was best roerig. Met de afschaffing van de apartheid in 1990 werd verkondigd dat er gelijke kansen voor iedereen zouden komen. De uitvoering lukte maar sporadisch en kreeg een rauwe bijsmaak. Hier geldt: red jezelf, vind manieren om overeind te blijven. Met veel grote problemen, zoals elektriciteitsuitval, watertekort, wegvallen van het treinnetwerk en het failliet van South African Airlines. Iedereen zoekt nu zijn weg. Jaarlijks komen er veel vluchtelingen uit omliggende landen naar Zuid-Afrika, nog steeds het welvarendste land in de regio, en dus aantrekkelijk voor mensen op zoek naar werk. Het overgrote deel van de inwoners van Kaapstad leeft in de arme wijken, ook wel ‘informal settlements’ genoemd. De Rand, het betaalmiddel, is zwak. En de natuur laat van zich horen met recent veel overstromingen en bosbranden.

 

Township Kayelitsha

Op de uitgestrekte Kaapse vlakte zijn gemeenschappen ontstaan. Khayelitsha ligt op een lage vlakte zandgrond met nauwelijks tot geen begroeiing. Kleine huisjes werden gebouwd, families trokken na de afschaffing van de apartheid uit de binnenlanden naar de Kaap in de hoop op werk. Langzaam maar zeker ontstonden er wijken, steeds groter, met huizen van steen, maar ook met veel illegale huisjes van golfplaten, hout en rondzwervend afval. Khayelitsha is de grootste en gevaarlijkste township van Kaapstad, met 2 miljoen inwoners. Khayelitsha betekent ‘nieuw thuis’ in isiXhosa, de taal van de grootste bevolkingsgroep van het land, de Xhosa, en groeit nog altijd. Veel inwoners zijn werkloos. Je ziet er veel ondernemende jongeren.

 

Waldorf School Zenzeleni

Te midden van Khayelitsa ligt Waldorf School Zenzeleni, die in 1999 opgericht werd door een groep ouders wiens kinderen naar het Noluthando Day Care Centre gingen, dat werd gerund door kleuterjuf Mavis Mbaba. Zij deed haar vrijeschoolopleiding via het Centre for Creative Education (CCE) in Kaapstad. Na de start met 1 lokaal zijn ze steeds verder uitgebreid tot momenteel 224 leerlingen, van kleuterklas tot en met klas 7. Inmiddels werken verschillende docenten van het CCE op Zenzeleni als klassenleerkracht. 70% van de kinderen woont in Khayelitsha zelf, 30% komt uit de omgeving van Khayelitsha en maakt gebruik van transporttaxi’s. Zuid-Afrika is een land met grote verschillen. Voor veel gezinnen is vrijeschoolonderwijs een keuze vanwege het Engelstalig onderwijs, de kleine klassen en de extra vakken die kinderen voorbereiden op een betere toekomst.

 

Het leerkrachtenteam, opgeleid aan het CCEopleidingsinstituut voor vrijeschoolonderwijs, runt de school en neemt gezamenlijk besluiten. Er is net als op andere vrijescholen in Zuid-Afrika geen aparte directie. Huidige CCE-studenten komen een praktijksessie doen op Zenzeleni, Workplace Integrated Learning (WIL) genoemd.

 

Het curriculum dat de leerkrachten hanteren is grotendeels op het christendom gebaseerd gezien de christelijke populatie van de school. De leerkrachten verweven wel verhalen uit de eigen cultuur in het onderwijs, dit noemen zij ‘african influenced waldorf curriculum’. Leerkrachten worstelen met de balans tussen het vrijeschoolcurriculum en het academische leerplan, het landelijke curriculum dat zij dienen te volgen voor financiele steun. Omdat zij voor een deel afhankelijk zijn van overheidssubsidie, is het noodzakelijk dat zij naast het vrijeschoolcurriculum ook aan dit academische leerplan voldoen.

 

Zenzeleni is een fijne en veilige plek voor al die kinderen die opgroeien in een wereld vol geweld en armoede. Op school vinden zij de veiligheid en geborgenheid. De rijkdom van de vertelstof en de kunstzinnige vakken doet de kinderen bloeien. Zij maken kennis met verhalen uit de verschillende culturen die dit land rijk is, maar ook met verhalen van culturen van het hele afrikaanse continent. Voor de kinderen vormen de leerkrachten een levend voorbeeld van samen leven en werken vanuit verschillende achtergronden, levensovertuigingen en inkomensniveau. Kinderen gaan hier heel graag naar school.

 

Wil je dit initiatief steunen, dan kunt u doneren op NL 03 TRIO 0212195050 t.n.v. Stichting Internationaal Hulpfonds onder vermelding van “Zuid-Afrika”.

Geplaatst op

Nieuw boek en workshop De omweg als kortste verbinding

Paul van Meurs en Gea Weeren brengen het boek De omweg als kortste verbinding, Pedagogische oefeningen uit.

 

Hoewel de nadruk steeds meer op rekenen en taal ligt, is het belangrijk om juist ook aandacht te besteden aan motorische vaardigheden in relatie tot concentratie en taakgerichtheid en daarmee de leervoorwaarden te vergroten.

Met pedagogische oefeningen werken we aan vaardigheden of vermogens die kinderen nodig hebben om te kunnen leren. Het is een goede vervanger van het niet meer uitgegeven boek Spelend oefenen van Paul. In de afgelopen jaren hebben Paul en Gea een reeks oefeningen verzameld en ontwikkeld die op allerlei gebieden kan werken; een verzameling die vanuit eigen ideeën alleen maar verder kan groeien.

 

Met een pedagogische oefening wil je gericht werken aan bepaalde basisvaardigheden, dit kan met een individueel kind, een klein groepje of de hele klas, zoals het verder ontwikkelen van de motorische vaardigheden, het ontwikkelen van (m.n. de onderste 4) zintuigen, het versterken van de concentratie en taakgerichtheid, werken aan de executieve functiesen het gezond ontwikkelen van de drie zielenkwaliteiten denken, voelen en willen.”

 

Bestel het nieuwe boek op gestes.kunst@gmail.com. € 19.50 per stuk.

 

Workshop Pedagogische oefeningen
Tegelijk met de komst van dit nieuwe boek bieden Paul en Gea een workshop aan op 11 september as. Ze doen samen een tal van oefeningen uit het boek. En je ontvangt ook het boek bij deze workshop.

 

Specificaties

Woensdag 11 september 2024, 14:00-17:00 uur, basisschool Tiliander, Tilburg, Lange Nieuwstraat 189. €25,- per persoon (workshop +boek)

 

Aanmelden: gestes.kunst@gmail.com

 

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Paul van Meurs op p.v.meurs@bvs-schooladvies.nl en 06-13 54 29 06.

Geplaatst op

Vrijescholen in Oekraïne – ervaringen van Karel Post Uiterweer

Karel Post Uiterweer gaf vanaf 1992 samen met zijn vrouw korte cursussen aan het Waldorf-seminarium in Sint Petersburg (Piter), Rusland. Vijftien jaar lang lieten ze in de korte schoolvakanties studenten die zich om wilden scholen, kennis maken met de pedagogiek van de vrijeschool. De cursisten kwamen uit verschillende plaatsen, zoals Piter en bijvoorbeeld Kyiv, Oekraïne. Lees hierbij een verslag van zijn ervaringen en waarnemingen.

 

Vrijescholen in Oekraïne

Er zijn zes vrijescholen in Oekraïne, plus enkele initiatieven. De eerste begonnen al in de jaren ’90, zoals in Odessa en Kyiv. De scholen gaan zo veel mogelijk door in oorlogstijd, zoals in Zaporizja  door de bombardementen in een huiskamer en net als in Charkiv als het nodig is in veilige ondergrondse ruimtes. Ondertussen is een aantal leerlingen in het buitenland met hun moeders.

 

Oekraïne heeft een rijke folklore en de vrijescholen zetten in ieder geval sprookjes en fabels daarvan in. Het Oekraïense volk is een vermenging van veel minderheden; er zijn 12 regio’s met elke een eigen karakter en tradities. Zo wonen er in de streek bij de Karpaten 100.000 Joden, wat bijvoorbeeld sterk afwijkt van de kuststreek rond Odessa. Er is sinds een jaar of zes een nationale opleiding in Kyiv, maar de scholen zijn heel verschillend.

 

Antroposofie in Oekraïne en Rusland

In Oekraïne -en ook in Rusland- was de antroposofie niet onbekend; bij enkele mensen in de grote steden waren er ook tijdens het Sovjetbewind antroposofen. Ik logeerde bij een oude dame in Sint Petersburg in 1991. Ze had  allerlei vloeipapieren figuren op haar ramen. De spirituele basis van de geesteswetenschap is een groot verlangen bij mensen. Maar het werken aan innerlijke vrijheid en los komen van allerlei kerkelijke en politieke autoriteit is nog een lange weg. Zo werden de eerste voordrachten over de  pedagogiek zo letterlijk mogelijk opgeschreven én uitgevoerd. In een reguliere Russische klas waar ik op bezoek was, werden geen vragen gesteld en de leerlingen stonden allemaal in de houding  naast hun bank. Toen ik hen iets vroeg -het werd vertaald- kwam er geen reactie.

 

Studenten aan het seminarium

De meeste van de studenten die aan het seminarium opgeleid zijn, hadden een technische opleiding gedaan zonder daarmee ook beroepshalve aan de slag te gaan. Aangetrokken door alternatieve vormen van onderwijs uit het westen en door de spiritualiteit van de antroposofie kwamen zij naar het seminarium. Ze volgden een driejarige opleiding met enkele stages, onder andere op Nederlandse vrijescholen. Een aantal van hen werkt nu aan de twee grote vrijescholen in Piter of in een losse kleuterklas.

 

Tijdens ons bezoek aan cursist Ljesja Muzytschenko in Oekraïne raakten we onder de indruk van het prachtige oude Kyiv. Op de eindreis met mijn 12de klas in 1999 bezochten we de stad en werden ontvangen door kleutermeester Anatoly, in een eerder leven piloot.

 

In 2022 kregen we weer contact met Ljesja en haar man, die inmiddels naar het front was getrokken om de Russen tegen te houden. De oorlog met Rusland raakte ons diep, zeker ook doordat de contacten met Russische vrienden vrijwel ophielden. Ljesja was docent op het seminarium en vroeg mij of ik iets kon bijdragen aan de Waldorfopleiding in Kyiv. De studenten hadden door de inval van de Russen deels hun toevlucht gezocht in verschillende landen op de wereld, van Canada tot Israël, dus ik verzorgde online cursussen over het leerplan, geschiedenis, aardrijkskunde en menskunde. Door in te spelen op hun vragen over de inhoud en met korte meditatieve opdrachten ging de inhoud van de menskunde voor hen leven.

 

Karel Post Uiterweer

Geplaatst op

De meerwaarde van een analyse van de basisvaardigheden – een praktijkervaring

Vanaf het begin van schooljaar 2023-2024 ondersteunt onze adviseur Ninke Beunk het Karel de Grote College (KGC) bij de analyse van basisvaardigheden. Het KGC heeft subsidie ontvangen voor verbetering van basisvaardigheden. Zij werken met dia-toetsen in de klassen 7, 8 en 9. Middels een 0-meting vulden ze een rapport met gegevens waarin inzichtelijk werd hoe klassen, niveaus en leerlingen ervoor staan op taal en rekenvaardigheden in de onderbouw. Door naast deze data ook de toetsen van de hogere klassen te analyseren beschikt KGC nu over een totaaloverzicht op data van haar leerlingen met betrekking tot basisvaardigheden.

 

Ninke heeft met de coördinatoren taal & rekenen en de rector een lijst met interventies opgesteld en aan de menukaart[1] gekoppeld. Met de nieuwe data in juni 2024 kijken ze hoe de voortgang is en of ingezette interventies daarop van invloed zijn geweest. De komende jaren kan KGC op voortgang analyseren en gerichte interventies inzetten waar dat nodig is.

 

Het geeft KGC inzicht hoe de leerlingen scoren op de basisvaardigheden, welke gebieden aandacht vragen en op welke wijze interventies ingezet kunnen worden die aantoonbaar effect sorteren’. – Ardan Aldershof, rector Karel de Grote College

 

Ninke: “Wat ik persoonlijk erg waardevol en als verrassend heb ervaren met dit proces is wat objectieve data kunnen betekenen in de stap naar de pedagogische grondslag die binnen het (vrijeschool)onderwijs zo belangrijk is. Mijn eigen scepticisme op waardering van een harde kwalitatieve dataverzameling en de daadwerkelijke betekenis van al die cijfers is met de uitvoering van dit proces 180 graden gekanteld. Het zorgt voor dialoog met elkaar, het geeft bewustwording op ‘waar kijken we nu eigenlijk naar’, het is een handvat om vanuit gezamenlijkheid te kijken wat er nodig is in het onderwijs. Het betekent dat docenten moeten praten over hun vak en wat zij daarbinnen doen, dat ze even uitzoomen op hun eigen vak om het grotere geheel te kunnen overzien. En het geeft vervolgens ‘aha’ en ‘o ja’ momenten, maar ook inzicht en de wens te willen verbeteren met elkaar.”

 

Mocht jouw school ook een verbeterslag willen maken en daarbij hulp kunnen gebruiken: Vanuit BVS-schooladvies kunnen we hierbij ondersteunen en de eerste opzet naar analyses helpen zodat het daarna binnen de school voortgezet kan worden.

 

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Ninke Beunk op n.beunk@bvs-schooladvies.nl en 06-29 33 35 61.


[1] https://www.nponderwijs.nl/basisvaardigheden & https://www.nponderwijs.nl/po-en-vo/aan-de-slag

 

Kunstwerk: leerling, Mercurius College Delft

Geplaatst op

Onze nieuwe postmaster schoolpsycholoog!

Dit voorjaar studeerde onze schoolpsycholoog en onderwijsadviseur Noor Zomerman af aan de tweejarige postmasteropleiding Registerpsycholoog Kinder & Jeugd NIP/ Schoolpsycholoog bij RINO-groep.

 

Noor: “Met mijn werk bij BVS-schooladvies als basis voor deze opleiding mocht ik mij twee jaar lang elke week onderdompelen in inspirerend onderwijs óver onderwijs en de mensen die zich daarin bewegen. Met het bereiken van deze mijlpaal is het een mooie gelegenheid om de schoolpsycholoog in deze nieuwsbrief eens in de schijnwerpers te zetten.

 

Kinderen vragen het weleens: ‘wat doe je dan de hele dag op een school?’ Dat is aan de ene kant altijd lastig om te beantwoorden, want elke dag is anders, maar aan de andere kant is het heel simpel om aan de kinderen uit te leggen: we werken samen met de kinderen, de juffen en meesters en de baas van de school. Samen vinden we een manier waarop iedereen fijn kan leren.

 

‘Hoe doet de schoolpsycholoog dat dan?’ Dat verschilt natuurlijk enigszins; per werkplek kunnen er accenten zijn en per schoolpsycholoog zijn er eigen interesses, maar over het algemeen houden we ons bezig met de volgende taken:

Door op de scholen bij te dragen op álle lagen, van leerling, ouder en leerkracht tot schoolbreed en bovenschools beleid, dragen we bij aan het steeds te verbeteren van het (vrijeschool-)onderwijs en het passend te maken. De schoolpsycholoog coacht of begeleidt leerkrachten op pedagogisch en didactisch handelen, werkt met een team leerkrachten aan een thema of denkt mee met de directeur en de intern begeleider over het verbeteren van onderwijs en het uitzetten van beleid. Als het nodig is, wordt diagnostisch onderzoek gedaan.

 

Met de opgedane ervaringen, kennis en vaardigheden ben ik blij om als schoolpsycholoog bij BVS-schooladvies verder bij te dragen aan mooi (vrijeschool)onderwijs! Ik denk op scholen graag mee over handelingsgericht werken, opbrengstgericht werken en onderwijskwaliteit in de school, haal veel plezier uit het begeleiden op effectief leerkrachthandelen en het begeleiden/coachen van intern begeleiders. Tenslotte, wanneer er vragen zijn rondom het leren van leerlingen doe ik diagnostisch onderzoek om passende handelingsadviezen te kunnen geven. Mijn speciale interesse ligt bij de dyslexie en dyscalculie.”