Initiatiefgroep Fenomenologie organiseert dit jaar haar Dag van de fenomenologie op 25 mei 2024 op Rudolf Steiner College en de prachtige schooltuinderij Vrij Waterland in Haarlem. Ben je onder- en/of bovenbouwleerkracht, ouder of belangstellende? We vragen je hartelijk om mee te doen aan deze ‘voedende dag voor de ziel’, zoals een leerkracht het onlangs formuleerde.
Waarom fenomenologie?
Fenomenologie is een manier van werken die al vanaf het eerste begin in 1918 deel uitmaakt van de vrijeschoolse aanpak in vakken als natuurkunde, aardrijkskunde, biologie. Voor veel leraren, van onderbouw tot en met bovenbouw, is de fenomenologische aanpak daarnaast een geliefd scholingsmiddel. Dit jaar staat de Dag van de Fenomenologie dan ook in het teken van de bijdrage die deze werkwijze levert aan de ontwikkeling van leerlingen op school én aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen die hun verhouding tot de natuur willen intensiveren.
Leraren kunnen op deze dag veel inspiratie opdoen, zoals blijkt uit het bijgaande programma. Ook voor ouders kan fenomenologie een eyeopener zijn.
Het Internationaal Hulp Fonds, vrijwilligersorganisatie voor vrijeschoolpedagogie, biedt steun aan projecten buiten Nederland die vernieuwing van opvoeding en onderwijs nastreven met de vrijeschoolpedagogie als uitgangspunt. Medewerkers die verantwoordelijk zijn voor een bepaalde regio maken regelmatig reizen langs de scholen. Reiny Jobse, portefeuille Oost-Afrika, Zimbabwe en Malawi bracht dit jaar weer een bezoek aan Zanzibar.
Op de Islamitische CEF Rudolf Steiner School Zanzibar (CEFZ) wordt in maart de Ramadan gevierd. Volgens de Australische Judi Palmer die in 2014 deze school oprichtte en Suzanne van Tongeren, een Nederlandse vrijeschoolleerkracht die er een halfjaar verbleef, zijn er veel overeenkomsten tussen wat het vrijeschoolonderwijs voorstaat en de islamitische religie zoals zij die op Zanzibar leerden kennen. Dat blijkt ook uit het curriculum dat zij uitwerkten; de eeuwenoude Arabische literatuur biedt genoeg vertelstof: heldenverhalen, ridderverhalen, parabels, heiligenlegenden, sprookjes en poëzie. De Bijbelse verhalen die wij in Nederland in de derde klas vertellen komen ook in de Koran voor. En ook in de omgang met elkaar, de zorg voor armen, de eerbied en het respect voor de natuur vinden de twee levensrichtingen elkaar. In de ritmische dagindeling zien we het gezamenlijk spreuken zeggen, het vijf keer gezamenlijk gebed.
In CEFZ krijgen de kinderen vier dagen per week na de Waldorflessen veertig minuten les in reciteren van een imam, die daarvoor op school komt.
Het is dus niet verwonderlijk dat de Ramadan het belangrijkste feest van het jaar is. In de weken voor het Suikerfeest wordt er op de school extra aandacht aan de religie besteed en de kinderen vanaf de vijfde klas mogen ook, als ze dat willen aan de vasten meedoen. Voor de kinderen die op de reguliere scholen les krijgen is dat nauwelijks bijzonder. Zij zitten eigenlijk het hele jaar door elke dag tot negen uur ‘s avonds op school met een lege maag, waar ze weinig anders doen dan teksten uit de koran uit hun hoofd leren.
Op CEFZ krijgen de kinderen elke dag tweemaal een gezonde maaltijd, met verse vruchten uit de tuin van de school, eieren van de kippen en honing van de bijen. Omdat ze zelf de vruchten plukken en de dieren verzorgen ontwikkelen ze eerbied voor wat leeft en groeit. Eten is dan niet zomaar vanzelfsprekend, zeker niet voor deze kinderen, die allemaal uit arme gezinnen komen. Ze zijn zeer gemotiveerd om te vasten. En het is ook wel stoer als je het volhoudt. Als de zon ondergaat is er de gelegenheid om wat te eten. Om het extra feestelijk te maken zijn er door de kinderen papieren lampjes gemaakt, die de maaltijd in het donker een sprookjesachtig aanzien geven.
En aan het eind komt het grote Suikerfeest. Een van de hoofdsponsors van de school is de manager van het sjieke Hyatt Hotel. Traditiegetrouw komt de chef-kok van het hotel zelf naar de school om de verrukkelijke maaltijd waarop hij trakteert zelf uit te serveren. Op de maandag na het feest komen alle moeders naar de school voor de Byriani, een heerlijke maaltijd, waarna iedereen het gewone leven weer gesterkt kan oppakken.
Ook al is de school ingebed in de islamitische cultuur, de verschillen met de andere scholen op het eiland zijn enorm. Ten eerste zijn alle leerlingen half wees. Dit wil zeggen: vaderloos. Jongens en meisjes krijgen samen onderwijs. Naast alle kunstvakken krijgen ze ook euritmie en hardlopen en zwemmen, elke dag gezonde voeding en vooral persoonlijke aandacht.
Net als in andere scholen gingen de tien leerlingen van de hoogste klas op voor het staatsexamen. Alle tien slaagden voor het examen met de hoogste cijfers (niveau A of B).
Van de reguliere scholen slaagde slechts 15 % van de leerlingen, geen met A of B niveau. De leerlingen van CEFZ willen alle tien doorleren, twee zijn al aangenomen voor een opleiding in clinical medicine, het diploma geeft toegang tot een bachelor graad. De anderen zitten nu op een goede middelbare school. Ze krijgen begeleiding en financiële bijstand van CEFZ.
Het is duidelijk: meer zorg en persoonlijke aandacht, goede voeding, betrokkenheid van de moeders bij de school zorgen voor betere schoolresultaten. Voor het volgend jaar worden er weer gesprekken met moeders gevoerd. We gunnen meer kinderen uit de armste gezinnen zo’n kans. Een nieuwe eerste klas zal dan het Waldorfavontuur beginnen.
We hopen op je steun.NL03TRIO 0212 1950 50 t.n.v. Stichting Internationaal Hulpfonds. Vermeld bij uw overschrijving de code: zanzibar
Momenteel begeleiden we een aantal scholen bij het opstellen en vormgeven van beleid omtrent de basisvaardigheden. Burgerschap, dat doen we toch al?
Hoewel op veel vrijescholen veel aandacht is voor wereldburgerschap, is het met het verschijnen van de conceptkerndoelen bugerschap vo op 6 maart jl. actueler dan ooit om opnieuw naar ons curriculum te kijken en waar nodig te verbeteren of te expliciteren.
Adriaan Roland Holstschool heeft dit jaar een werkgroep ingericht, die door ons begeleid wordt om het burgerschapsonderwijs door te ontwikkelen, leerlijnen te ontwerpen en lessenreeksen te ontwikkelen. We formuleren eerst een visie, daarna beleid. Waarbij we ook aandacht besteden aan op welke wijze leraren omgaan met onderlinge verschillen.
Opvallend is dat er al heel veel gedaan wordt op de Adriaan Roland Holstschool aan burgerschapsonderwijs. Kunst is om het beleid zo te ontwikkelen dat er lijn in het aanbod komt, aansluitend bij de leeftijdsfasen.
Momenteel loopt een aanvraag i.s.m. een aantal vrijescholen om deel te nemen aan een leernetwerk van Expertisepunt burgerschap.
Taal, rekenen en digitale geletterdheid
Ook voor taal, rekenen en bij invoering digitale geletterdheid begeleiden we enkele vo-scholen. Allereerst hebben we de basis in kaart gebracht; wat is de visie van de docenten en schoolleiding op digitale geletterdheid en burgerschap op deze vrijeschool? Wat zijn de vaardigheden van de leerlingen op het gebied van rekenen en taal en welke doelen voor de komende jaren horen hierbij? Enkele vraagstukken die we gaandeweg tegenkwamen zijn:
Spreken de docenten die rekenvaardigheid in hun vak behandelen wel dezelfde taal bij het uitleggen van de bewerkingen?
Kun je alle docenten vragen bij het nakijken van schriften, aandacht te besteden aan het onderwerp spelling?
Op welke manieren kijk je naar digitale geletterdheid op een vrijeschool: door de bril van de leeftijdsfasen, van het denken-voelen-willen en het effect op de wezensdelen van het vierledig mensbeeld? Wat betekent voorgaande voor de vorm waarin deze basisvaardigheid wordt aangeboden op school?
Het heeft interessante gesprekken op een studiedag opgeleverd. Het proces van ontwikkelen is volop bezig en wat doen we ondertussen al veel op de vrijeschool. Het is inspirerend om met docenten uit te wisselen wat goed onderwijs is.
Kunstwerk: Danae de Vries – De Vrije School Den Haag VO
Scholen gedijen door een overvloed aan leraren, is de hoofdboodschap van de Onderwijsraad aan de politiek. Een rijk en afwisselend lesprogramma en minder leerlingen per leraar bleek de oplossing. De verhouding tussen vraag en aanbod is geheel in balans gekomen. Er is een enorme aanwas aan bevoegde leraren, vooral in de randstad. Onderwijsassistenten en praktijkbegeleiders werken weer volop aan verrijkende activiteiten en klas-overstijgende projecten. Scholen hebben ruimschoots middelen ter beschikking om extra ondersteunend personeel aan te nemen. Veel leerkrachten geven aan te willen werken op scholen in achterstandswijken, waar zij merken dat ze echt het verschil maken. Zij ervaren dat de administratieve vrijheid het beroep nog aantrekkelijker maakt. De prognoses voor de komende jaren zien er dan ook veelbelovend uit. De zij-instroom van mensen die overstappen naar het onderwijs groeit nog altijd. Code rood, zoals in 2017 de leus luidde van de acties tegen een lerarentekort, heeft plaatsgemaakt voor altijd en overal code groen. Om alle toekomstige, goedopgeleide leraren een werkplek te kunnen bieden, aldus politiek Den Haag, moet het ministerie overgaan tot het verder verkleinen van de klassen. Met 15% minder kinderen per leraar is het tekort aan leerlingen in één klap verdwenen.
‘De titanenstrijd tegen het lerarentekort.’ Kopt het Onderwijsblad, van de AOB (2024). Op de voorkant zien we iemand met haren in scheiding, colbertje, hemd in de broek, verslagen hangend in de boksring. Is dit het beeld van de staat van het onderwijs? De beleidsmaker die het spoor bijster is? Of de leraar zelf? Scholen moeten leren leven met het lerarentekort is de hoofdboodschap van de Onderwijsraad aan de politiek. Minder lesuren voor leerlingen en meer leerlingen per leraar is de oplossing. Politici lijken het gevecht tegen het lerarentekort op te geven, blijkt uit de ondertitel. Wie ‘onderwijs’ googelt treft vooral artikelen over het wegkwijnend onderwijs, afnemende prestaties en leraren die bezwijken onder toenemende werkdruk.
Maar wat willen we uitstralen over de kracht van onderwijs? Welke kop verdient een plek op de titelpagina van een vaktijdschrift? Hoe spreken we over het ambacht van de leraar? Met welke woorden doen we in de beeldvorming recht aan de rijkdom van het onderwijs? Waar openbaart zich de schoonheid?
Vergroten artikelen over werkdruk de werkdruk? En andersom; vergroten artikelen over werkplezier het werkplezier? Niemand is erbij gebaat als het onderwijs afgebeeld wordt als een verloren strijd. Wat zou er gebeuren wanneer we een omgekeerde benadering hanteren? We schrijven over het werkplezier van de leraar, over de schoonheid van het kunstenaarschap, de autonomie van de leraar en de ruimte om te mogen leren. Over een werkplek waar elke dag van betekenis is, waar ruimte wordt gemaakt voor de ontwikkeling van opgroeiende kinderen. Over een werkplek waar vallen en opstaan tot de orde van de dag behoren. Waar holistisch werken uitgangspunt is en gezondmakend onderwijs het streven. Over een school waar elke dag muziek klinkt en waar levende verhalen worden verteld. Waar kinderen blij zijn om hun meester of juf weer te zien. Waar oog is voor grote en kleine overwinningen. Waar wordt gelachen en bij tranen wordt getroost.
Onze scholen zijn geen strijdtoneel tegen achterstanden en tekorten, maar bloeiende gemeenschappen waar leraren met bezieling en plezier werken aan de ontwikkeling van jonge mensen. We kunnen met zorgvuldig gekozen woorden en een hernieuwde blik de kwaliteiten van ons onderwijs belichten. Met een positieve benadering bouwen we aan het beeld van een inspirerend onderwijslandschap, waar bevlogen mensen willen werken en zich welkom voelen. We doen recht aan de onderwijsprofessionals die er dagelijks met toewijding werken en nemen zelf onze verantwoordelijkheid door een stap te zetten in een antwoord op het lerarentekort.
Hopelijk prijkt dan toekomstig als kop op het onderwijsblad: ‘Het lerarentekort opgelost: De stralende toekomst van het onderwijs’.
Jasper Postema (Vrijeschool Kairos, Amsterdam), deelnemer aan de schoolleidersopleiding: Schoolleider Basisbekwaam
Getallen zijn overal en we gebruiken ze de hele dag: om de tijd te lezen, om te betalen, om te reizen, eten te wegen, etc. Het is dus ook voorstelbaar dat het hebben van dyscalculie een grote impact op het dagelijks leven heeft. Kinderen met dyscalculie ondervinden ernstige problemen vanwege beperkingen in het rekenen. Bovendien gaan deze beperkingen vaak gepaard met emotionele problemen zoals frustratie, faalangst en/of rekenangst.
Dyscalculie is niet te voorkomen: ondanks goed onderwijs en voldoende ondersteuning blijven er moeilijkheden. Maar begrip en ondersteuning kunnen de leerling wel helpen!
Dyscalculie komt ongeveer net zo vaak voor als de leerstoornis dyslexie, maar is minder bekend. Dat is jammer, want naast kennis en vaardigheden kan ook de attitude van de leerkracht (en ook de ouders) ten aanzien van rekenen juist een grote invloed hebben op de rekenbeleving en rekenprestaties van leerlingen. Het is daarom belangrijk om kennis over dyscalculie te vergroten om ook leerlingen met dyscalculie adequaat te ondersteunen.
Wat zijn kenmerken die doen denken aan dyscalculie?
Er is weinig getalbegrip (fouten in uitspreken en noteren van getallen en moeilijkheden met de getallenlijn).
Veel moeite met automatisering van eenvoudige rekensommen.
Langdurig gebruik van omslachtige rekenstrategieën (bijvoorbeeld tellen op de vingers).
Vaak moeite met klokkijken, omgaan met geld.
Geen inzicht bij complexe rekentaken terwijl dat bij andere vakken wel sprake is van inzicht.
De problemen zijn hardnekkig: extra hulp helpt niet (genoeg).
Er valt nog veel meer te zeggen over dyscalculie: wat is het precies? Welke signalen kunnen we in de kleuterklas al zien? Vanaf welke klas kan het vastgesteld worden? Wat is het verschil tussen dyscalculie en rekenproblemen? Hoe herken je rekenangst? Welke rol speelt het denken over de eigen rekenvaardigheden van de leerkracht en/of ouders? Hoe kun je als school toewerken naar een dyscalculieonderzoek? Hoe spelen de verschillende ondersteuningsniveaus daarin een rol? En als een leerling dan de classificatie dyscalculie heeft, wat dan?
Wil je op jouw school meer kennis over dyscalculie? Neem dan contact op met Noor Zomerman op n.zomerman@bvs-schooladvies.nl en 030-281 96 56.
Relatiegerichte reflectie voor het omgaan met leerlingen met “moeilijk” gedrag
Zowel voor de leerling als voor de leerkracht is een goede relatie van belang. Voor de leerling geldt dat een goede relatie met de leerkracht bijdraagt aan een betere cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en het kan een beschermende factor kan zijn in het voorkomen dat mogelijke gedragsproblemen bij een leerling verergeren. Voor de leerkracht geldt dat een goede leerkracht-leerlingrelatie bijdraagt aan plezier in het werk.
Soms kan bij het omgaan met leerlingen een conflictueuze leerkracht-leerling relatie ontstaan. Het kan dan zijn dat begeleiding wordt ingeschakeld. Die begeleiding is doorgaans gericht op wat leerkrachten doen (pedagogisch, didactisch handelen), maar veel minder op wat zij voelen en denken. Terwijl het voelen en denken over individuele leerlingen juist in belangrijke mate het handelen sturen. Dit kan verworden tot een negatieve vicieuze cirkel waar het gedrag van de leerling de gevoelens en het handelen van de leerkracht ten aanzien van de leerling beïnvloeden en vice versa. Daardoor kan de ontwikkeling van de leerling kan stagneren en neemt het werkplezier en gevoel van competentie bij de leerkracht af.
Reflectie van de leerkracht op de relatie met een specifieke leerling is een relatief nieuwe interventie om de negatieve spiraal te doorbreken. De interventie bestaat uit twee gesprekken van maximaal een uur met de leerkracht. Het eerste is een interview met vaste vragen waarin bijvoorbeeld gevraagd wordt naar kenmerken van de relatie en naar gevoelens en gedachten van de leerkracht. Dit interview wordt uitgewerkt en visueel gemaakt. In het volgende gesprek (na ongeveer een week) wordt samen gekeken naar de bevindingen. De leerkracht wordt daarbij uitgenodigd om eerste inzichten om te zetten in (ander) leerkrachthandelen. Wil je als leerkracht meer zicht op het algemeen onbewust handelen in relatie tot je leerlingen (naast het handelen in relatie tot een specifieke leerling)? Dan wordt aanbevolen om de interventie tweemaal af te nemen.
Reacties van leerkrachten na het afronden van de interventie waren bijvoorbeeld: “dit heeft mij veel gebracht, ik zie de leerling nu veel beter en heb handvatten gekregen om de relatie te verbeteren”.
“Wat een magische interventie, ik had dit veel eerder moeten doen!”
“Ik was erg terughoudend, hoe ging mij dit nou helpen? Maar ik moet zeggen dat het heel waardevol is geweest. Ik heb meer zicht op mijn eigen reacties en weet wat belangrijk is om bij aan te sluiten bij de leerling.”
Ben jij, of ken jij een leerkracht voor wie dit een eerste stap zou kunnen zijn, of wil je meer informatie hierover? Neem dan contact op met Noor Zomerman n.zomerman@bvs-schooladvies.nl
Kunstwerk: Kira van Uden, De Vrije School Den Haag VO
Een vrijeschool in Haïti? Kan dat daar? Sinds een jaar of twintig timmert Myriam Labbé, een ex-vrijeschoolleerling uit Frankrijk, in het dorp Torbeck, Haïti aan de weg met haar Ecole du Village, waar zij vanuit de Steiner-pedagogie werkt.
Häiti is één van de armste landen ter wereld en vormt het meest westelijke deel van het eiland Hispaniola (het oostelijk deel is Dominicaanse Republiek). Het land kreeg de veel opeenvolgende catastrofes te verwerken: orkaan Matthew in 2016, de grote aardbeving in 2021 (vlakbij Torbeck), de moord op de president in 2021. Sindsdien is een deel van het land onder controle van gewapende bendes. De politie en het leger hebben weinig overwicht. Gezien deze omstandigheden was het lange tijd niet veilig genoeg om kinderen naar school te laten gaan. Pas in november 2022 openden de scholen weer hun deuren.
Ecole du Village werd in die onstuimige periode een toevluchtsoord. Sinds de aardbeving verbleven verschillende gezinnen op het ommuurde terrein van de school, omdat hun huizen ingestort of bouwvallig waren. Op dit moment (maart 2024) is de situatie in zoverre genormaliseerd dat er nog maar een klein aantal mensen binnen deze muren woont. In Torbeck zijn veel huizen ge- of verbouwd. Ook Ecole du Village is heringericht: er zijn enkele “kiosques” gebouwd (afdakjes op het schoolterrein om bij de felle regens te kunnen schuilen), in de keuken wordt vuur gemaakt met hout omdat de gasprijs te hoog werd.
Staatserkenning en vrijeschoolonderwijs
In 2023 is de school er eindelijk in geslaagd om erkend te worden door de staat. De verantwoordelijke inspectrice blijkt heel gevoelig te zijn voor de pedagogie. Zij bewondert met name de creativiteit en het engagement van ouders en leerkrachten. Dit hadden de Villagiens niet verwacht van iemand die in naam van het ministerie de school kwam bezoeken.
Ecole du Village blijft zich verder kenmerken door zijn sociale saamhorigheid. Kinderen en ouders nemen deel aan het schoolleven. De kinderen leren veel “van het leven” en anders dan wat men kent in Haïti. Naast de “normale” schoolvakken zoals lezen, schrijven en rekenen staat handvaardigheid voorop naast het verzorgen van de kippen en de konijnen, de rijst en de andere voedzame planten die in de grote tuin groeien en rijpen.
De jaarfeesten zijn hoogtepunten in het schooljaar. Zo vieren ze Mayaka, het moment van de winterzonnewende waarop de mensen dank zeggen voor de bladeren die het plantenrijk ons schenkt. Dit feest verbinden ze met Kerstmis: men maakt dan muziek met trommeltjes, lepeltjes en borden. Er worden traditionele verhalen verteld; planten uit de schooltuin worden in maaltijden verwerkt en enkele kinderen zijn plantvormen in metaal gaan uitwerken als versiering van het schoolterrein.
Zomerkamp en handwerk
Sinds enkele jaren is er ook een “zomerkamp” gestart. De kinderen die hierop afkomen, krijgen iedere dag een maaltijd en nemen deel aan kunstzinnige of praktische werkgroepjes. Hiermee wil men kinderen op een alternatieve manier mogelijkheden voor hun toekomst bijbrengen. Eén van de studenten die dit kamp leidt, zegt daarover : “Ik leef voor niks. Mijn rechtenstudie is bijna zinloos. De wereld is corrupt en ik loop het risico dat ik nooit aan een baan kom met mijn opleiding”.
Mede om deze reden is Ecole du Village vijf jaar geleden al gestart met vaklessen waarin de kinderen door handwerk baas over hun eigen bestaan kunnen worden; textiel maken, bloemschikken, bakken, koken en houtbewerking zijn enkele voorbeelden van de vakken die hier geleerd kunnen worden.
In een programma van de Franse RTL-televisie spraken enkele leerlingen van Ecole du Village hun droom voor de toekomst uit: “Wij dromen van een eigen land… waar de bronnen en rivieren niet huilen onder de bergen afval”. “Wij dromen van een land waar voeding geen luxe is”. “Wij dromen ervan een land te hebben waar de hele wereld zou willen verblijven”. “Haïti, jouw vrouwen zijn zoals de sterren, zij werken dag en nacht”.
Francis van Maris
Haïti is één van de armste landen ter wereld. Voor veel gezinnen is de eerste reden om hun kinderen hier naar school te brengen, het feit dat zij hier dagelijks een voedzame en gezonde maaltijd krijgen. Maar voor veel gezinnen is de ouderbijdrage te hoog. Voor hen is een speciaal schoolfonds in het leven geroepen. Wil je dit initiatief steunen, dan kunt u doneren op NL 03 TRIO 0212195050 t.n.v. Stichting Internationaal Hulpfonds onder vermelding van “Haïti”.
“Mundo Feliz”, gelukkige wereld. Zo luidt de mooie (en ook verwarrende) naam van een project voor kinderopvang en kleutergroepen in een niet zo mooie, kwetsbare wijk van Santiago de Chile. De twaalf begeleidsters willen zich verder verdiepen in de Waldorfpedagogie, met name de pedagogía de emergencia, de crisispedagogie.
De crisispedagogie is ontstaan vanuit de Notfallpädagogik (NFP, i.e. traumapedagogie) in Duitsland. Deze werd aanvankelijk aangewend om bij kinderen en jongeren in oorlogs- en catastrofegebieden de psycho-sociale stabiliteit mogelijk te maken. Zo kunnen zij leren traumatiserende ervaringen te verwerken en een plaats te geven in hun eigen biografie. Door de zelfgenezende krachten aan te spreken, kunnen traumatiserende stoornissen verminderd of afgewend worden. Deze pedagogie gebruikt methodes uit de Waldorfpedagogie en verwante therapievormen. Tegenwoordig wordt de crisispedagogie (ook wel Emergency Pedagogy (Engels) en Pedagogía de emergencia (Spaans), in veel landen toegepast, ook buiten oorlogsgebieden: in vluchtelingenkampen, Zuid-Amerikaanse miljoenensteden waar veel kinderen in schrijnende omstandigheden opgroeien, in Afrikaanse townships, etc.
Mundo Feliz
Santiago, de hoofdstad van Chili met 5,5 miljoen inwoners kent enorme verschillen tussen de diverse wijken. In rijke buurten zijn delen soms door middel van metershoge muren en bewakers beveiligd. In andere gebieden leven mensen zonder een vast onderkomen, soms met meerdere gezinnen in een krappe behuizing. De straten zijn er allesbehalve veilig, niet voor volwassenen en zeker niet voor kinderen. Steeds meer migranten, legaal of illegaal, proberen hier te overleven. In één van deze arme wijken is een Waldorfproject gestart met een kinderopvang met 100 kinderen: Mundo Feliz.
Mundo Feliz is een bijzondere plaats, waar de kiem van de vrijeschoolpedagogie wortel aan het schieten is. In de wijk is bijna geen groen te ontwaren, maar door binnen de muren van Mundo Felizbakken met aarde neer te zetten, zorgen de begeleiders dat de kinderen toch een stuk natuur, groei en levenskracht kunnen beleven. Het project wordt begeleid door Anita Isla, al meerdere decennia actief binnen de Chileense vrijeschoolwereld. De laatste jaren leidt zij voornamelijk leerkrachten op via Arché, een instituut voor Waldorfopleidingen in Chili. Maar ze besteedt vooral haar aandacht en tijd aan Mundo Feliz in Santiago.
Mundo Feliz is één van de 3 projecten voor heel jonge kinderen van stichting Cristo Joven, een christelijke organisatie die werkt in de armste wijken van Santiago. Mundo Feliz is een opvangcentrum, waar de medewerkers vanuit de vrijeschoolpedagogie leren omgaan met kleine kinderen tussen de paar maanden en zes à zeven jaar oud, die trauma’s hebben of aan het ontwikkelen zijn vanwege moeilijke gezinssituaties (bijvoorbeeld drugsverslaafde ouders, huiselijk geweld, geen verblijfplaats). Sommige kinderen leren hier wat spelen is, andere zeggen voor het eerst iets en leren vertrouwen te ontwikkelen.
Mundo Feliz startte in 2010 met zo’n 60 kinderen en is nu dus bijna verdubbeld. Naar aanleiding van het vele geweld in de wijk in 2019 heeft Cristo Jovén door Arché enkele begeleiders laten opleiden in crisispedagogie. Nu zijn er naast de medische trainers voor de slachtoffers van geweld sinds 2019 dus ook enkele juffen voor de begeleiding van kinderen in deze crisissituatie. Veel begeleiders raken steeds meer geïnteresseerd in de Waldorfpedagogie. De begeleiders zijn bevlogen en willen samen iets wezenlijks in het leven van deze kinderen verbeteren. Vol goede moed is in april een opleiding crisispedagogie van start gegaan voor nog eens 30juffen. Ondanks hun weinige financiële middelen. het salaris is laag, niet hetzelfde als onderwijzers in Chili en wordt niet ondersteund door de staat of de stad. Ze staan letterlijk voor het motto van 100 Jaar Waldorf: learning to change the world!
Doneer
Enkele van de andere 12 projecten voor kinderopvang van de organisatie Cristo Joven willen graag bij deze noodhulp-pedagogie aansluiten. Voor de opleiding ontbreken de financiële middelen. Wilt u helpen, dan kunt u doneren bij het Internationaal Hulpfonds NL03 TRIO 0212 1950 50 onder vermelding van “Chili”.
In de Metaalkathedraal in Utrecht is het goed toeven. Ooit gestart als een kerk of kapel, omgebouwd tot een metaalwerkplaats, metamorfoseerde het uiteindelijk tot een ontmoetingsplaats waarin de voorgaande bestemmingen nog duidelijk zichtbaar zijn. Een spirituele omgeving waarin beide beentjes ook makkelijk aan de grond blijven. Tussen hemel en aarde ontmoeten deelnemers aan ‘nieuwe vrijeschool-initiatieven’ elkaar hier op 29 november 2023. Om te leren van elkaar en om het afscheid van Hans Passenier van de BVS te vieren.
Doormiddel van korte pitches van 5 tot 10 minuten werden uitdagingen en vondsten gedeeld. Er werd gepitched door Mercurius Delft, Leerpark Arnhem, Young Waldorf Rotterdam, De Stern Rotterdam, Waldorf Utrecht en De Zeeridder Bergen op Zoom. De omvang van de initiatieven liep uiteen van een volledige schoolstichting voor mavo, havo en vwo tot de start van een kleine afdeling – een 7e en 8e klas – voor voortgezet vrijeschoolonderwijs. Sommigen bestaan al meer dan tien jaar, anderen zijn nog aan het werk om in 2024 te starten.
Ieder initiatief ging en gaat haar eigen weg; gemeenschappelijk is het verlangen of de droom om een prachtige en krachtige vrijeschool te scheppen. Vele wegen kunnen daartoe leiden. Elke weg biedt andere uitzichten, kansen en bedreigingen en elke route levert haar eigen bijzondere ervaringen en vondsten. Het delen hiervan was een feest. Niet alleen van herkenning, maar ook van verbazing en verwondering.
Vragen werden opgeroepen. Wanneer ben je ‘een nieuw initiatief’ en hoelang blijf je dat? Wanneer ben je een (echte) vrijeschool?
In het lezingenrondje werd met name gesproken over vrijeschool-afdelingen die niet onder een vrijeschoolbestuur starten maar onder, zoals we dat soms noemen: een ‘regulier bestuur’. Het proces van de eerste aanzet tot aan de wens om een volledige Bovenbouw (examenroutes mavo, havo en vwo) vorm te geven, kwam in drie fasen aan de orde.
Ook hier vragen. Hoe verhoud je je binnen zo een samenwerking tot elkaar? Welke kwaliteit heeft jullie vorm van samenleven – jullie symbiose? Heb je er beide voordeel bij of is er een partij die voordeel heeft en een andere partij met nadeel? Of beschouw je jezelf meer als een kamerbewoner: een gast waar de gastheer niet te veel nadeel van ondervindt?
De inhoudelijke bijdragen werden gelardeerd door een besmuikte lofrede op oud-BVS-directeur en onderwijsadviseur Hans Passenier. Het karakter en de inspanningen van Hans werden – in Goetheaanse zin, tussen geel en blauw – geschetst en gewaardeerd door zijn opvolger Elard Pijnaken. Fijntjes werd ook opgemerkt dat de man Hans, die eigenlijk geen afscheid wenst te vieren, dit genoegen maar liefst drie keer zou mogen smaken. ‘Kom je daarmee weg?’, vroeg de huidige aan de voormalige directeur. Of Hans hiermee wegkomt weten we nog steeds niet. De vraag werd door hem slechts indirect beantwoord. Na twee boeken te hebben geschreven, wil hij het drieluik in de nabije toekomst voltooien. En zijn derde boek gaat dan over, je raadt het al: nieuwe initiatieven.
Zo is de cirkel rond. Aan het einde van een lang en succesvol vrijeschoolbestaan, na het inspireren en ondersteunen van veel scholen en nieuwe initiatieven, eindigt het verhaal van Hans met een nieuw begin.
Rob van der Meijden
Programma
13.00u Inloop
13.15u Welkom en introductie – Elard Pijnaken
13.20u Pitch: Mercurius College (Janoes Vermeijden), Leerpark Arnhem (Wim den Banken)
13.30u Vondsten en uitdagingen nieuwe initiatieven – Nicoline de Vink, Rob van der Meijden en Hans Passenier
14.30u Pitch: Young Waldorf (Marije Kuijt), De Stern (Sandra Nederlof)
14.40u Pauze
15.00u Gespreksgroepen verdieping dilemma’s en mogelijkheden uit lezing
15.30u Uitkomst gespreksgroepen
16.00u Pitch: Waldorf Gregorius (Ron Dorreboom en Linda Scheeres), Zeeridder (Dorthy van der Male en Heidi Thieme)
Het is woensdag, ik rijd naar de boerderij van boer Freddy waar een deel onze leerlingen op woensdag en vrijdag vertoeven. Op de vrijdagen klas 4. Ze werken met het vee, het land en koken met wat er uit de tuin gehaald wordt. Ze sluiten de dag af met het eten daarvan.
Op de woensdagen is er een kleine klas van 16 kinderen samengesteld met kinderen uit verschillende klassen. Dit noemen we het ‘Buitenlokaal’ en loopt het hele schooljaar door. Dit is voor de kinderen die, om welke reden dan ook, erbij gebaat zijn de week te doorbreken door een dag op de boerderij te komen werken. Zowel met het vee, als met schoolwerk in een klas die we daarvoor hebben ingericht.
Ik laat de varkens bij het ‘knorhok’ links liggen en ga naar de koeien. Ik val met mijn neus in de boter; De pinken moeten naar een andere wei, boer Freddy opent het hek. Schuin daartegenover is een opening in het hek waarvan het niet de bedoeling is dat de pinken erdoorheen gaan. Hij gebiedt een uit de kluiten gewassen derdeklasser in de opening te gaan staan met zijn armen en benen wijd. Zijn instructie wordt direct opgevolgd. Weliswaar schieten de ogen van de jongen wat paniekerig in de richting van de kudde pinken die onstuimig zijn richting op rent.
Ik herinner me hoe ik gister tijdens de pauze deze jongen nog van een klasgenoot plukte, omdat een vriendschappelijke stoeipartij overging in een pijnlijke vechtpartij, met hulpeloze tranen en boze verwijten tot gevolg.
Hier op de boerderij zijn de grenzen kraakhelder. Hij gaat nog wat steviger staan, maakt zichzelf groot. De dieren rennen met een rotvaart zijn kant op. Een vierdeklasser kan het niet meer aanzien en wil te hulp schieten. Hij rent achter de pinken aan richting zijn vriend, maar overziet niet dat hij de koeien daardoor juist opjaagt. Freddy schreeuwt boven het hoefgetrappel uit om de jongen tot halt te roepen. Pas na de derde keer hoort hij de boer en stopt. Een schuldbewuste blik, dit was niet zijn bedoeling. De pinken nemen de bocht, passeren de derdeklasser en buitelen de wei in die vol staat met fruitbomen. De derdeklasser ontspant en laat zijn armen zakken. Opgelucht en voldaan sluit hij het hek achter de dieren.
De jongens lachen en vertellen honderduit. De anderen voegen zich bij ons. Met blos op de wangen wordt er uitgelaten verteld hoe ze getuigen waren van de geboorte van een kalf. ‘Nu al de tweede keer’ valt een ander bij. We lopen verder. Ze wijzen me de gierput. Daar mag ik niet te dichtbij komen want als ik erin zou vallen overleef ik het niet, legt een meisje me ernstig uit. Niemand mag daar komen van boer Freddy. Het is tijd voor pauze. Freddy komt aangereden op de tractor. De shovel hangt laag, de kinderen kruipen erin en ze rijden richting de Berkel. Aan het water eten ze hun lunch.
Myra Giesen
Directeur De Zonnewende
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.OkNee, ik ga niet akkoord